We keren terug naar de boot en onze erg lekkere lunch staat klaar, hoe maakt hij het klaar in dat kleine keukentje.

Ondertussen varen we naar Pulau Komodo. Het eiland Komodo meet van noord naar zuid 36 en van oost naar west op zijn breedste punt 16 km. De hoogste top is 730 meter. Vanaf de gunung Ara heb je een prachtig uitzicht over Komodo en de diepblauwe zee eromheen.

Rond de voormalige voederkuil maak je nog altijd de meeste kans varanen te zien. Je mag het binnenland van Komodo enkel onder begeleiding van een ranger betreden, die je bij het Phpa-kantoor bij de steiger kunt vinden. Hou je aan zijn aanwijzingen. De voederkuil ligt op een dik kwartier lopen vanaf de rangerhut. Ga niet te dicht naar de varanen toe, want ondanks hun luie verschijning kunnen ze razendsnel aanvallen.

We zien meerdere exemplaren, ze zijn erg indrukwekkend en groter dan op Rinca, een exemplaar biezonder, hij heeft nog niet lang gegeten ( een van de 1000 toeristen van de cruise van gisteren! Gelukkig dat wij vandaag bezoeken, er is bijna niemand).

De varaan zal proberen een prooi direct te doden, wat niet altijd lukt zodat de prooi in eerste instantie ontsnapt. Doordat de beet van de varaan kan leiden tot ernstig bloedverlies, weefselinfectie of shock bezwijkt een prooi echter vaak snel. Met behulp van zijn uitstekende reukzin spoort de varaan het lijk op en wordt de prooi alsnog opgegeten.

Lange tijd werd gedacht dat varanen giftig waren en een dodelijke beet hadden, wat te maken zou hebben met de felgele tong. Later werden bacteriën in het speeksel van de komodovaraan gevonden die een verwoestende uitwerking kunnen hebben als ze in het weefsel of de bloedbaan van prooidieren terecht komen. Het speeksel is bij veel exemplaren goed te zien doordat het als slijmerige slierten uit de bek hangt. De aanwezigheid van deze bacteriën is het gevolg van het eten van rottende kadavers; de bacteriën leven in het speeksel tussen de tanden in de bek en voeden zich met de voedselresten die achterblijven na een maaltijd. De rottingsbacteriën in de bek veroorzaken een doordringende zwavelachtige stank die in combinatie met de heldergeel gekleurde tong waarschijnlijk de oorzaak is van de legende dat een komodovaraan vuur kan spuwen.

 Dr. Bryan Fry, verbonden aan de Universiteit van Melbourne, ontdekte dat de varaan een over zes compartimenten verdeelde gifklier aan iedere onderzijde van de kaak heeft. De schedel van een varaan werd door een MRI-scanner gehaald waaruit bleek dat de varaan de meest complexe gifklieren heeft die bekend zijn in de reptielenwereld. Het gif bleek na massaspectrometrie uit een cocktail van meer dan 600 verschillende verbindingen te bestaan, die lijken op verbindingen in het gif van een aantal slangen en met name het gilamonster.
De klieren produceren een gif dat niet zozeer weefselvernietigend werkt zoals veel het geval is bij slangengif, maar het voorkomt dat het bloed klontert (anticoagulans) en verwijdt de aderen, waardoor een prooi sneller doodbloedt. De scherpe tanden van de varaan dringen gemakkelijk diep in het weefsel door, waar het gif veel gevaarlijker is. Omdat de varaan dankzij zijn verraderlijke gif en gespecialiseerde tanden slechts minimaal contact hoeft te maken met de prooi, is het gif er waarschijnlijk de oorzaak van dat de varaan relatief grote prooien kan aanvallen.

Opmerkelijk is dat de varanen immuun zijn voor hun eigen bacteriën. Bij gevechten tussen mannetjes in de paartijd ontstaan niet zelden bloederige wonden die met de bek worden toegebracht, maar deze genezen voorspoedig.

We varen een halfuurtje en kunnen bij een wit zandstrandje snorkelen en tot mijn verbazing lukt het mij en zie ik heel wat mooie visjes en koraal.

Als we terugkeren naar de boot varen we nog een tijdje door tot het donker wordt en dineren alweer erg lekker op de boot en gaat iedereen slapen of aan dek of in de kajuit, als de boot voor anker gaat voor de nacht en de generator wordt afgezet en dus ook de ventilator, wordt het erg warm in de kajuit!