Vandaag is het programma gewijzigd, we reizen in een keer naar Sumbawa Besar, een rit van 10 uur. Om 4 uur start de boot en slaap ik niet meer, we krijgen bami en nasi als ontbijt, het smaakt nog ook.

Om 9 uur zijn we in de haven en ontschepen en stappen over op een comfortabele bus, voor een lange bustocht. In anderhalf uur zijn we in Bima maar we blijven hier niet en rijden verder

De tocht van Bima naar Sumbawa Besar (250 km) voert door savanne's, tropische bossen en kleine pittoreske baaitjes en haventjes. Tot Dompu is het 60 kilometer, voor en na het dorp Raro staan Kayu Java bomen langs de weg. Deze grillige oude bomen zijn door gevangenen van de laatste sultan geplant. Hier zien we ook veel aapjes langs de weg. Dompu zelf heeft buiten een aardige markt weinig te bieden.
We wil lunchen in Rumah Makan Murah Meriah een redelijk padangrestaurant, de kip is erg spicy, maar lekker en niet duur. Tot Labuhan Jambu volgt een 40 kilometer lange kustweg, we zien links in de verte de Gunung Tambor. Wanneer de weg begint te stijgen zie je de Kowangkueilanden aan je linkerhand. Langs deze weg staan veel kapokbomen.

Twee kilometer verder ligt Labuhan Jambu en tenslotte Sumbawa Besar, nog 25 km tot Kencana Beach hotel waar we drie nachten verblijven, we nemen onze intrek in onze bamboe bungalow en maken ons klaar om oude jaar te vieren, dat gebeurt samen met Indonesiërs die wel erg enthousiast met ons dansen, natuurlijk alleen mannen, ook de nieuwjaarswensen worden gretig uitgedeeld, uiteindelijk een erg prettig oude jaarvond, om 1h30 ga ik slapen,moe van de lange dag en het dansen.

Sumbawa besar, de hoofdstad van het eiland Sumbawa, telt ruim 35.000 inwoners. Op daken van overheidsgebouwen en op de toegangspoort tot de stad lees je het motto van de stad : 'Sambalong Samalewa'. Een vrije vertaling luidt: `Als je rechts wilt verbeteren, moet je ook links verbeteren, opdat het geheel in evenwicht blijft'.

We wandelen over de markt, worden enthousiast onthaald, we kopen mangoestan, nemen fotos, en proeven durian, erg lekker, we passeren het gele huis wordt bewoond door een dochter van Mohammad Kaharuddin, de laatste sultan. Het is geen museum, maar op verzoek kun je hier nog enkele erfstukken van het oude sultanaat bezichtigen.

Weer verder tot bij the mall een supermarkt, ik koop wierookspiraal tegen de muggen, wat snoepjes en een drank, we gaan nog eten in restaurant Goa, bijzonder lekker en keren terug naar het hotel waar we verder relaxen.