Onze chauffeur brengt ons tot bij Angkor Wat, bij een reeks restaurants we wurmen ons door de dozijnen vervoermiddelen, gevolgd door leurende (en zeurende 1$ voor ,..) kinderen tot bij het restaurant waar we erg lekker eten, ik kies voor Amoke met vis, een soort curry met cocosmelk en opgediend in een jonge cocosnoot, erg lekker.

Na de lunch bezoeken we Angkor Wat , de grootste, bekendste en statigste van alle tempels.

 De torens van de Angkor Wat zijn tevens het embleem van het land. Alle opeenvolgende regimes (met inbegrip van de communisten) hebben de torens in hun vlag opgenomen, op een klein detail na: op de vlag van het democratische Kampuchea stonden gek genoeg maar drie torens, De tempel, die als onkwetsbaar beschouwd wordt, bood onderdak aan de bevolking van Siem Reap toen in 1970 de oorlog losbarstte, In het Khmer betekent Angkor Wat ‘pagode van de stad’.

De bouw van de tempel begon in de 12de eeuw en duurde 37 jaar. De hele tempelberg is gewijd aan Vishnu, de oppergod van de Hindoes en voorgesteld door de centrale toren (de fallus is een goddelijk attribuut). Angkor Wat zit trouwens vol symboliek: de ommuring (1025 bij 800 m) stelt de bergketen voor waarop de mythische berg Meru rust (die volgens de wereldbeschouwing van de Hindoes het middelpunt van de wereld vormt). De tempel zelf is ook een verzinnebeelding van die berg, maar tevens het middelpunt van de hoofdstad en het rijk.

Het is daarom dat de bouwer van de Angkor Wat, koning Suryavarman II, zijn bouwwerk tot ‘Staatstempel’ uitriep. Door zich met Vishnu te verbinden, gaf hij zijn eigen functie een goddelijk karakter, Rondom de ommuring liggen 1,3 km lange slotgrachten: 190 m breed en 2 tot 3m diep. Hoogstwaarschijnlijk zaten ze vroeger vol krokodillen, Een schitterende brug, bedekt met een stenen wegdek van 200 m lang, overspant de slotgrachten. Hier en daar zie je trouwens nog kleine gaten in de stenen, waardoor ze makkelijk konden worden vervoerd,

Volg de ommuring in zuidelijke richting en bewonder het grote beeld van Vishnu dat een beetje teruggetrokken staat, aan je rechterhand (in de galerij van de bas-reliëfs). Het is een van de weinige beelden die ongeschonden zijn gebleven. Met zijn drie meter hoogte en zijn acht armen, gevuld met bloemenslingers en andere offergaven, vormt het een prachtig plaatje. De monniken verwisselen regelmatig het mooie gele gewaad van de god en schminken hem met allerhande magische poedertjes.

We keren terug naar de ingang, naar het midden van de grote laan, In het verlengde ervan ligt nog een laan van 350 m lang, buiten de ommuring. De balustrade aan beide kanten stelt een naga voor, een reuzenslang met zeven koppen, de koning van de zeedieren en de bewaker van de rijkdommen van de aarde, Naga-ballustrades hebben in de hindoe kosmologie de functie van een regenboog, de verbinding tussen god en mens, Je zult merken dat een kant van de laan gerestaureerd is, terwijl de andere nu een beurt krijgt. De paviljoentjes links en rechts van de laan zijn oude bibliotheken waar magische manuscripten werden bewaard, Voor je de tempel binnengaat, moet je voldoende tijd nemen om de hoofdgevel te bewonderen, een staaltje van perfecte harmonie, En dan bedenken dat hij aan deze kant 235 m lang is, Iets verder kom je bij twee bekkens voor rituele wassingen. Niet iedereen kon zomaar door de ingangen lopen.

Die in de centrale toren was voorbehouden aan de koning, de twee aanpalende aan de hoogwaardigheidsbekleders van het hof en die aan de uiterste randen aan de koninklijke olifanten! De dienstboden, die op een lager trapje dan de olifanten stonden, moesten genoegen nemen met de ingangen langs de achterkant, Het mooiste totaalbeeld krijg je als je links langs het grote waterbekken loopt. Ik houd mijn fotoapparaat alvast in de aanslag.

De bas-reliëfs: de buitenmuren zijn met fantastische taferelen versierd tot op 2 m hoogte en over een lengte van 200 m, Een totaal van 800 m meesterwerken! Voor je ogen ontvouwt zich een sterk staaltje vakmanschap in de zandsteen. Deze bas-reliëfs behoren ongetwijfeld tot de mooiste van Angkor en bovendien zijn ze wonderwel bewaard gebleven.

Als sommige panelen al meer glanzen dan andere, is dat een gevolg van het voortdurend aanraken! Sommige taferelen zijn van mythische oorsprong en verhalen de grote Indiase epossen.

De tempel is naar het westen gericht (hoofdingang), dat zal je helpen om je te oriënteren, In de westelijke galerij (de ingang links dus) zie je aan de noordkant de bekende afbeelding uit de Ramayana (de strijd tussen Rama en de demon Ravana, die zijn vrouw Sita heeft geroofd). De wielen van de strijdwagen van Ravana telt 16 spaken, een getal dat ook in de boeddhistische leer terugkomt. De krijgers zijn als apen afgebeeld. In het zuidelijk deel van diezelfde galerij (in het verlengde, voorbij de zaal van de grote Vishnu) tref je bas-reliëfs waarop de Mahabbarata (het grote epos over de strijd van de nakomelingen van Bharata) wordt afgebeeld. Ook de kern van dit epos draait rond oorlog en liefdesrivaliteit. Links van het tafereel zie je het leger van Kavrava, rechts dat van Pandava (de overwinnaar).

In het paviljoen links, aan het eind van de zuidelijke galerij, pronken de hindoegoden: Ravana (herkenbaar aan de drie gezichten) die de berg schudt waarop Shiva zich schuilhoudt, Boven de ingang zie je Krishna die door zijn stiefmoeder aan een boom is vastgebonden. Rechts daarvan, boven een venster, Ravana, vermomd als kameleon (de ondeugd), die binnendringt in de harem van de god-koning Indra. Aan de andere kant Ramt die de apenkoning met pijlen doorboort.

Het eerste gedeelte van de zuidelijke galerij wordt de historische galerij genoemd. Ze is 90 m lang en vormt een eerbetoon aan de troonsbestijging van de twintigjarige Suryavarman II in 1124. Je ziet de koning op de heilige berg, omringd door zijn ministers, brahmanen en een leger olifanten, beschermd door zijn altijd aanwezige parasols. In het verlengde van deze galerij ontdek je een afbeelding van Yama, die rechtspreekt over de doden. Op schitterende wijze wordt het geloof van de Khmer hier uitgebeeld: de ongelovigen (de graatmagere personages die door de wachters worden geslagen) worden naar de onderwereld gestuurd, terwijl de godvruchtige naar de zevende hemel rijzen, in het gezelschap van elegante apsara’s (heel wat sexier dan onze engelen!). De god van de doden kijkt toe vanuit zijn hoekje, gezeten op een buffel,

De oostelijke galerij (aan de tegenoverliggende kant van waar je bent binnengekomen), is een van de bekendste, Je ziet er het ‘karnen van de melkzee’, een essentiële episode uit de schepping. Rechts de reuzen (of asura’s), links de hindoegoden (of deva’s). In het midden troont de opperrechter Vishnu (die zich op zijn onsterfelijkheid voorbereidt), met daarboven Indra, Aan zijn voeten de reuzenschildpad Kurma, een incarnatie van Vishnu. De aap (Hanuman) is de vriend van Rama (iets verder). In de melkzee huist een fantastische onderwater fauna. Twee ploegen zijn druk bezig met de reuzenslang los te trekken die rond de berg ligt, in de hoop het onsterfelijkheids serum los te krijgen.

We zetten ons bezoek verder naar het heiligdom: we komen er via de oostelijke ingang, een steile trap met afgesleten treden (we moeten opletten want ze zijn glad) brengt ons naar de binnenkant van de tempel. Het heiligdom is een opeenvolging van terrassen, trappen, gangen en kleine altaren, Een echt labyrint, alhoewel het bouwwerk mooi vierkant is. Binnen zie je de resten van een bibliotheek en de (nu lege) baden voor de rituele wassingen. Aanpalend ligt de beroemde galerij met de 1000 boeddha’s. jammer genoeg is er weinig van over, met uitzondering van enkele onthoofde rompen. Een volgende trap leidt naar de centrale toren. Uitzicht op het woud, de omliggende torens en de grote, geplaveide laan, Aan het eind van de dag snuifje hier een bijna goddelijke sfeer. De lichtinval is schitterend, met schaduwen die kat en muis door de stenen raamstijlen spelen, terwijl de monniken wierook aan de goden offeren, opvallend zijn ook weer de prachtige apsara's.

 We moeten nu weer langs de erg steile trap naar beneden, we laten eerst nog een bus gillende koreanen de trap beklimmen vooraleer we de angstwekkende afdaling beginnen, we geraken veilig en wel beneden.