Onze chauffeur wacht ons weer netjes op en brengt ons bij Ta Phrom: als we er aankomen moet ik naar adem snakken als ik zie hoeveel bussen en tuktuk hier staan, ontegenzeggelijk is deze tempel een favoriet, hij wordt dan ook verkocht als de “tomb raider tempel”, alsof dat nodig is, het gevolg is dat veel bezoekers alleen oog hebben voor de bomen die de tempel hebben ingenomen, en niet eens zien hoe mooi de bas-reliefs van de apsaras wel zijn.

Is Angkor Wat een en al harmonie en statigheid en Bayon mysterie en verlokking, dan is Ta Phrom magie en romantiek. Want deze tempel, die rond 1186 door Jayavarman VII werd gebouwd en ooit een van de grootste van Angkor was, is aan de jungle overgeleverd gebleven.

Het Angkor Conservation Office had immers het lumineuze idee de belangrijkste monumenten te redden, maar deze aan zijn lot over te laten, zodat bezoekers zich een idee kunnen vormen hoe verbaasd en verwonderd de eerste onderzoekers waren, toen ze plots oog in oog met deze tempels stonden, Zo zul je als je herinneringen aan Angkor oproept, eerder denken aan de met mos begroeide gezichten en de steen kleurige wortels, dan aan de weelderige doch ietwat opgedrongen torens van de Angkor Wat, Hier heeft de natuur haar recht weer opgeëist.

De kapokboom is de grootste verslinder van ruïnes, Vogels eten zijn vruchten, waardoor de zaden via de uitwerpselen worden verspreid. Ze kiemen op muren en strekken hun wortels tot de grond, door zich tussen de stenen een weg te banen en naarmate ze groeien, gewoon opzij te drukken. De wortels zijn pythons die beelden verslinden, de bladeren blijven aan de vloeren kleven en de takken steken vrolijk uit deuren en ramen,

Je kunt je moeilijk voorstellen dat in dit ‘klooster van de koning’ acht eeuwen geleden meer dan 12.000 mensen woonden, in deze stad binnen de stad, op een ommuurd terrein van 60 ha, De hoogwaardigheidsbekleders aten er uit gouden vaatwerk en sliepen er onder zijden lakens, De centrale toren zwichtte onder een laag edelstenen, waar van je nu nog enkele sporen ziet: de gaten in de muur, waar vandaag mieren handig binnensluipen. Je kunt je eigenlijk de vraag stellen of het woud beschermt dan wel vernietigt. Een betoverend moment vond ik in 2000, een beetje ontgoochelend door de drukte dit keer.