De kleine of de Grote Tsingy is de keuze voor vandaag, voorzichtig kies ik voor de kleine, bij het kantoor van ANGAP(association Nationale pour la Gestion des Aires Protégées)  kopen we ons ticket en krijgen we een gids toegewezen.

Het Tsingy de Bemaraha reservaat wordt ook wel het kleine broertje van het Tsingy Anakarana reservaat  genoemd. Ook hier tref je rotsformaties die, hoewel een stuk kleiner, even uniek zijn, ook heeft dit gebied verschillende grotten en graven.

Onze gids verteld ons meteen dat het fady (taboe) is, om in de Tsingy met je vinger te wijzen, dus doe je dat met een gebogen, omgedraaide hand of een de knokkel van je wijsvinder.

We zullen in de morgen de kleine Tsingy bezoeken. Dit is het gedeelte (kleine) van het Tsingy reservaat (152.000 ha, een van de grootste nationale parken van Madagaskar) waar we kleine rotsformaties zullen zien.

Deze merkwaardige rotsformaties van dit unieke en door Unesco tot werelderfgoed uitgeroepen nationale park verteld onze gids  dateren uit het eerste jurrassische tijdperk en zijn een van de wonderen van Madagaskar. Het zijn vlijmscherp door regen en wind gespitste kalkformaties, een soort reusachtig spijkerbed, gescheiden door ontoegankelijke kloven.. Een wandeling door dit labyrint van spelonken, nauwe doorgangen en scherpe rotspieken is op zich al meer dan de moeite waard. Of je iets wil weten over planten en bloemen, of iets over de dieren, onze gids weet het allemaal.

 

Het zal een zware dag worden. We moeten lopen en klimmen in de kleine Tsingy en dat bij een middagtemperatuur van meer dan 40 graden celcius en er is bijna geen schaduw te vinden. We hebben elk ook zo’n 3 liter water bij, die we hard nodig zullen hebben. De tocht naar de Tsingy’s is echt geweldig. Het is een zeer bizar landschap en lijkt op niets anders op de wereld, we wandelen en klauteren tussen de messcherpe richels, maar we moeten wel uitkijken om ons niet te snijden, soms moeten we door smalle spleten en moet de rugzak af om er ons door te wurmen.

Via trappen kunnen we de toppen van de rotspieken bereiken voor een magnifiek panorama over het buitenaardse landschap van het nationale park Tsingy de Bemaraha. Verbaasd zijn we over de unieke vegetatie in dit droge gebied. Hier groeit de Delonix regia, de flamboyant met felrode bloemen, verschillende soorten Aloe en de Baobab Ansendonia, een van de 6 endemische baobabs van Madagaskar. Dit is ook de enige plek ter wereld waar de Musa Perrieri, een inheemse bananenboom, groeit. Verder bijzonder is de Pachypodium, een succulente plantensoort, die voor de droge periode water opslaat in de stam. Deze plant lijkt gewoon op de rotsen te kunnen groeien.

Onze gids is bedreven in het determineren van de planten en dieren die we hier te zien krijgen, hij wijst ons op een slapend Madagaskar dwergooruiltje (Otus rutilus) een Phelsuma barbouri(?),n Phelsuma madagascariensis kochi, of nog een Phelsuma mutabilis  zien we nog net wegglippen, een vlinder die we haast niet kunnen onderscheiden van een blad.